Into the wild - Reisverslag uit Montevideo, Uruguay van Annemarie - WaarBenJij.nu Into the wild - Reisverslag uit Montevideo, Uruguay van Annemarie - WaarBenJij.nu

Into the wild

Door: Annemarie

Blijf op de hoogte en volg Annemarie

14 Februari 2009 | Uruguay, Montevideo

"Zo, dit gaat allemaal mee?", vraagt de jongen achter de balie. Op de grond liggen allerlei avontuurlijke voorwerpen uitgestald die me straks moeten redden in de wildernis. Zeven dagen kamperen in Torres del Paine, het bekendste natuurpark van Chili, is niet iets wat een poldermeisje als ik gewend is. Maar gelukkig trek ik er op uit met de Slowaaks-Engelse Peter, die ik eerder heb ontmoet in Bolivia en voor wie de bergen een tweede thuis zijn. Terwijl we op een regenachtige dag sippen aan een kop warme chocolademelk nemen we de boodschappenlijst door. Er gaat een wereld voor me open. Warmteisolerende leggings, klittebanddingen om aan bergschoenen te bevestigen, schokbestendige wandelstokken, ik ben de klant van de dag bij de winkels in Puerto Natales. Ook de lokale supermarkt doet goede zaken: van zakken pap, vermicelli en chocoladepoeder gaat mijn hart normaliter niet sneller kloppen, maar dit is wat we nodig hebben om te overleven.

De volgende ochtend neem ik met een grote groep andere avonturiers de bus naar het park. Als ik de trap afstommel met mijn rugzak en aanhangsels word ik van alle kanten `toegelachen`. De anderen gaan maar voor een dag of drie en logeren met hun kekke dagrugzakjes en dito schoenen in dure hotels. Ik maak mezelf wijs dat ik een echte backpacker ben en dat het gewicht op mijn rug best meevalt. Peter heeft een plaatsje in de bus voor me vrijgehouden en vol verwachting vertrekken we.

Nadat we onze tenten hebben opgezet op de eerste camping gaan we er meteen vandoor. Het weer is goed en als we de granieten torens waarnaar het gebied genoemd is willen zien, is dit onze kans. In volle vaart stormen we naar boven en aan het eind van de middag zien we de majestueuze Torres, omringd door een paar witte wolkjes tegen een strakblauwe lucht. We weten het zeker: dit is een heel bijzondere plek. We blijven een tijdje staren en lopen terug naar de camping. Peter steekt behendig een vuurtje aan en bereidt soep met vermicelli, of eigenlijk vermicelli met soep, vanaf nu ons dagelijkse krachtvoer. Als echte beginneling vraag ik waar de borden zijn, maar Peter wijst lachend naar het vuur: we lepelen samen uit de pan. Na een opwarmuurtje bij het kampvuur maken we ons op voor de komende dagen. We gaan het hele circuit lopen, behalve de min of meer standaard route, de zogenaamde W, gaan we ook bovenlangs door ruig gebied, dat te boek staat als zwaar en voor de echte liefhebber.

De week die volgt is er een van uitersten. Het begint allemaal zonnig met lieflijke uitzichten op weiden vol margrieten en zacht gras. Maar in Torres del Paine is niets wat het lijkt. Het ene moment zie ik niets meer door een sneeuwstorm, het andere moment kruipen we op handen en voeten op desolate hellingen omhoog omdat we anders weggeblazen worden. Ik glijd uit over gladde stenen, slib weg in diepe modderpoelen, zit onder de muggenbulten of ben nat tot op het bot. Hier in de Torres voel ik hoe meedogenloos het weer kan zijn en wat de brute kracht van de natuur is. Peter redt meer dan eens mijn leven als hij me helpt een levensgevaarlijke, kolkende rivier over te steken of als ik met mijn megabackpack aan een steile rotshelling hang en alleen maar twee gammele stenen vasthoudt. Slapen is er niet bij: `s nachts is het koud en het regent in mijn gehuurde tent. Werkelijk alles in mijn backpack is nat en wordt niet meer droog. De tocht is er een van extremen. Nog niet vaak heb ik me zo ellendig gevoeld, maar nog nooit heb ik zoveel geweldige natuur bij elkaar gezien. De uitzichten zijn zo mooi dat ik me vaak afvraag of ik het allemaal wel kan onthouden.

Als we na een week terugkeren in Puerto Natales sta ik drie kwartier onder een loeihete douche en dan nog heb ik moeite om er onder vandaan te komen. En alsof we compleet uitgehongerd zijn, storten Peter en ik ons die avond op megapizza´s met klinkende namen als 'Het grote circuit`en `W`.

Na deze fysieke test zijn we toe aan iets ontspannends en dus besluiten we een pinguinkolonie te bezoeken bij het stadje Punta Arenas, helemaal in het zuiden van Chili. `Punta`is regenachtig en doods. De bewoners rijden rond in mega-pickuptrucks en vertonen zich amper in het openbaar. De enige attractie is de megasuper Abu Gosh, al snel onze favoriet voor lunchbenodigdheden. Onder een grote boom in een parkje verorberen we de Abu-delicatessen. We voelen ons net zwervers, zo in de stromende regen met onze capuchons op, etend uit plastic bakjes. De bus naar de pinguins is vreemd genoeg leeg. Peter en ik gaan voorin zitten en wachten op de verwachte hordes andere toeristen. Vlak voor vertrek stapt een Japans stel in, onze enige medepassagiers. We barsten in lachen uit en voelen ons net bejaarden. Maar onze fysieke gesteldheid is nog slechter dan die van menig bejaarde, dus we klagen niet als we een uurtje later over keurige houten paadjes naar de uitkijkpunten lopen. De enorme kolonies pinguins blijken niet te bestaan, maar we zien er een paar van dichtbij en een wandelingetje langs de kust is niet verkeerd.

De volgende dag bezoeken we voor de grap het megakerkhof van het immens treurige Punta Arenas en gaan dan verder naar Rio Gallegos in Argentinie, waarvandaan ons vliegtuig naar Buenos Aires vertrekt. Ons plan is om wat rond te lopen in Rio, wat te eten en zo laat mogelijk naar het vliegveld te gaan. Maar het ondenkbare blijkt waar te zijn: Rio Gallegos is nog vreselijker dan Punta Arenas. We bestellen een pizza, de meest ranzige ooit, en we weten niet hoe snel we de taxi naar het vliegveld moeten nemen. Dat blijkt echter volledig uitgestorven te zijn, tax free shoppen is er hier niet bij. De winkels zijn gesloten en het lijkt wel of je er moet fluisteren. We leggen een matje en slaapzak op de grond, installeren ons op deze provisorische tweezitter, eten uit verveling een paar pakken koekjes op en ik oefen de uitspraak van nuttige Slowaakse woorden als `ijsje`, `chocola`en `ui`.

Al met al gaat de tijd vrij snel en de volgende ochtend landen we in een broeierig Buenos Aires. We slapen wat en verkennen de stad. Het is een echte metropool: de wegen zijn minimaal twaalfbaans en op straat loopt een mix van zakenlui, toeristen en vakantievierende Argentijnen. In Palermo, een rustige groene wijk, slenteren we rond, eten watermeloen en dan ineens zie ik tot mijn grote verbazing het Nederlandse stel zitten waarmee we in de bus zaten naar een markt in Bolivia. We komen niet meer bij en nemen onze reisplannen door.

Peter en ik vertrekken de volgende dag met de ferry naar Montevideo, de hoofdstad van Uruguay. We komen aan in de stromende regen, wat de eerste regen in maanden blijkt te zijn. Op slippers en met onze regenjacks aan lopen we door de stad en reizen de volgende dag door naar het pittoreske en zonnige kustplaatsje Colonia del Sacramento. Al na een paar uur weet ik het zeker: hier ga ik terugkomen vlak voor ik naar huis ga. Nu hebben we weinig tijd, want de volgende dag gaan we door naar Carmelo, een plaatsje dat nog relaxter schijnt te zijn en waarvandaan de ferry terug naar Buenos Aires vertrekt. Carmelo blijkt een saai, maar merkwaardig dorp. Iedereen schijnt hier een brommer te hebben en werkelijk alle dorpsbewoners rijden de hele dag door rondjes door twee parallel lopende straten met eenrichtingsverkeer. Peter en ik kopen ijsjes en aanschouwen urenlang het ronkende spektakel vanaf een bankje. We lachen ons dood om de mensen en hun gekke, zwaar verouderde vehikels. `s Avonds picknicken we op het strand en de volgende ochtend vertrekt de ferry. Dit moet de meest geweldige boottocht van Uruguay zijn, maar dat valt een beetje tegen. Ik ga languit op het dek liggen en val in slaap.

Terug in Buenos Aires wandelen we nog wat rond en gaan dan naar het busstation om kaartjes te kopen voor de nachtbus naar de Iguazuwatervallen op de grens van Brazilie en Argentinie. We nestelen ons in comfortabele stoelen en net als we tegen elkaar zeggen dat dit een heerlijk relaxte busrit gaat worden stormen zes Engelse pubers binnen. Natuurlijk gaan ze allemaal voor ons zitten en maken zulke vreselijke opmerkingen dat we ons lachen niet meer kunnen inhouden. De rest van de bus weet ook niet wat ze meemaken, maar gelukkig vallen ze snel in slaap. De volgende middag komen we aan. De watervallen zijn zowel aan de Braziliaanse als Argentijnse kant zo mooi en overweldigend dat het bijna lijkt of iemand `s ochtends, voordat de eerste toeristen arriveren, de knoppen aanzet van een enorme watermachine met als achtergrondscherm tropische, groene tafereeltjes. Om het uur worden we kletsnat door het opstuivende water, maar het maakt ons niet uit. De grootste klapper is het boottochtje vlak langs de watervallen. Al na 1 seconde is de watermassa zo enorm dat er geen droog plekje meer is te bekennen. We kunnen niks zien door het water, maar het voelt als een achtbaan.

Na Iguazu neem ik afscheid van Peter, die doorreist naar Rio de Janeiro voor zijn terugvlucht. Ik neem de bus terug naar Buenos Aires en droom al van Colonia, ijsjes, zon en eventjes helemaal in mijn eentje niksdoen.




  • 14 Februari 2009 - 12:57

    Wim&Sietske, Lisanne:

    Dat waren inderdaad grote hoogten en diepe dalen (letterlijk én figuurlijk). De prachtige foto's geven natuurlijk maar een klein beeld van hoe geweldig het daar is! Nu nog een weekje lekker relaxen en dan staan we alweer klaar op Schiphol, wat gaat dat snel he ;)!

    Liefs

  • 14 Februari 2009 - 14:00

    Opa En Oma:

    Wat een verhaal Annemarie. Wat maak jij allemaal mee. Als jullie zo drijfnat zijn blijf je dan zo lopen of kan je ergens droge kleren aantrekken?
    Vanmorgen je ansichtkaart ontvangen, bedankt.
    Geniet nog maar van je laatste week en tot ziens straks thuis. Je zal wel moeten wennen na zulke vrijgevochten maanden. Liefs

  • 14 Februari 2009 - 14:35

    Bep:

    Oma belde, er staat weer een megaverhaal van Annemarie. Het is weer harstikke leuk om het te lezen. Prachtige natuur! je hebt haar onderhand wel in alle facetten gezien geloof ik. Bijna weer naar huis! geniet nog even voor je terug komt en het leven van alledag weer begint.
    Liefs

  • 15 Februari 2009 - 19:02

    Mirjam:

    Ik zal je verhalen straks missen.
    Nog even lekker uitrusten van alle belevenissen en dan een goede reis naar huis.
    Liefs

  • 16 Februari 2009 - 07:25

    Sandra:

    In een woord: wow! Wat ben ik onder de indruk van je verhalen én de foto's! Onwijs mooi! Hmm maar dan komt straks in Nederland de leuke klus: foto's inplakken :S

    Geniet deze ene laatste week nog maar even flink!

    Groetjes vanuit miezerig De Bilt, x

  • 17 Februari 2009 - 19:01

    Elien:

    Hoi Annemarie, leuk dat er alweer een verhaaltje (nou ja, verhaal!) is. De foto's zijn prachtig, maar in het echt is alles vast nog veel onwerkelijker. Toch ben ik stiekem blij dat ik hier in mijn warme huisje zit hoor :-)

  • 16 Mei 2009 - 20:19

    Hubert:

    hallo annemarie. Ja je kent me niet maar kwam toevallig op je site terechht. Moet zeggen: Je kunt goed verhalen schrijven! Zie het al helemaal voor me! Wil zelf ook zoiets doen vnaf januari voor paaar maand dus mocht je tijd /zin hebben .. tips of routes zijn zeker welkom! hboerrigter@home.nl
    Gr Hubert

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Uruguay, Montevideo

Annemarie

Actief sinds 05 Nov. 2008
Verslag gelezen: 129
Totaal aantal bezoekers 24917

Voorgaande reizen:

22 December 2009 - 15 Februari 2010

Australië

18 Oktober 2009 - 22 December 2009

Zuidoost-Azië

26 Mei 2009 - 03 Oktober 2009

Barcelona

09 November 2008 - 20 Februari 2009

Zuid-Amerika

Landen bezocht: